Kleiner wonen, groter leven.
Voor de ouderen die van waarde willen zijn voor de buurt en vooral zorg willen geven in plaats van ontvangen.
De Grijze Tsunami
We worden ouder dan ooit, en dat is iets om te vieren maar het brengt ook grote veranderingen met zich mee.
De komende decennia groeit het aandeel ouderen in onze samenleving enorm terwijl het aantal mensen dat in de zorg werkt juist afneemt.
Steeds meer mensen wonen langer thuis. Dat is mooi, want het geeft vrijheid en zelfstandigheid. Maar het legt ook een groeiende druk op de zorg, op mantelzorgers, en op een woningmarkt die daar nog nauwelijks op is ingericht. We hebben te weinig passende woonvormen voor wie niet meer alleen wil of kan wonen, maar ook niet terecht kan in een zorginstelling.
De woningopgave is dus niet alleen een kwestie van stenen en stikstof en capaciteit, maar van samenleven. We moeten opnieuw leren om samen te wonen op manieren die ontmoeting vanzelf laten ontstaan, waar mensen naar elkaar omzien, en waar eenzaamheid plaatsmaakt voor betrokkenheid. Als mensen samen leven en elkaar ondersteunen, vermindert niet alleen eenzaamheid, maar ook de druk op de zorg. Want samenredzaamheid is de toekomst van zorg.
De ultieme woonvorm voor ouderen is er één waarin:
-
Bewoners zijn bij elkaar betrokken.
-
Doordat mensen ervoor hebben gekozen om voor elkaar te zorgen, zodat professionele zorg kan worden uitgesteld.
-
Bewoners doen kleine klusjes, koken samen, onderhouden de tuin en dragen bij aan het dagelijks leven.
-
Een moderne inrichting die uitnodigt om familie en kleinkinderen te ontvangen.
Wat hebben we nodig om dit voor elkaar te krijgen? Hiervoor zijn er twee onderdelen waar we expliciet oog voor moeten hebben en welke onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ze klinken simpel, maar zijn zeker niet altijd geborgd in de huidige ontwikkelingen:
Ontwerp de gemeenschap.
Ontwerp de omgeving.
In gesprek met Hans Adriani
Voor ouderen worden tot 2030 288 duizend geschikte woningen gebouwd. Dat is althans de afspraak vanuit de Woontop. Maar hoe kom je van dat getal op papier naar uitvoering in de praktijk?
Adriani: “Als aanjaagteam Wonen, Welzijn en Zorg voor Ouderen pleiten wij ervoor dat een derde van de nieuw te bouwen woningen in de komende tien jaar bestemd is voor ouderen. Dit doen we vanuit de vraag: hoe kan de fysieke ruimte - een woning, woongebouw en woonomgeving – helpen om de grote, noodzakelijke transitie in de zorg, mogelijk te maken? Daarbij is het belangrijk dat we kijken naar wat nodig is. Nieuwe verpleeghuizen bouwen heeft geen nut, want als we zorg op de huidige manier willen blijven verlenen, zou op termijn één op de drie mensen in de zorg moeten werken. Dat is niet haalbaar. Daarom is het beter om te investeren in zorgzame woongemeenschappen waar bewoners elkaar kunnen ondersteunen. We moeten woningen bouwen die geschikt zijn voor alleenwonende ouderen. Bovendien zorgt één nieuwe seniorenwoning voor minimaal vijf verhuizingen in de keten, zodat ook starters op de woningmarkt meer kans hebben. Bouw je voor oud dan bouw je nooit fout! Ons team helpt provincies en gemeenten, woningcorporaties, beleggers en ontwikkelaars, zorginstellingen en zorgkantoren om te komen tot voldoende en passende woonzorgoplossingen voor ouderen in bestaande bouw en in nieuwbouw.”
Hoe kunnen er voldoende seniorenwoningen worden gebouwd op een voor gemeenten en projectontwikkelaars financieel aan trekkelijke manier?
“Het afgelopen jaar is intensief gewerkt aan zogenaamde woondeals, waarin overheden per regio hebben vastgelegd welk type woning in welke aantallen zal worden gebouwd. Dit betekent dat er nu specifieke doelen zijn voor het aantal ouderenwoningen per regio en gemeente. De volgende stap is dat we ruimte voor deze seniorenwoningen reserveren en dat we in overleg met woningcorporaties, zorginstellingen en investeerders de plannen verder uitwerken en realiseren. Hoewel voor investeerders en woningcorporaties zo’n investering soms minder geld oplevert, zijn er voldoende voorbeelden van geslaagde projecten die ook rendabel zijn. De bouw van zorgzame woongemeenschappen draagt bij aan de oplossing van een maatschappelijk vraagstuk en biedt de zekerheid van een langdurig rendement. Want we hebben de komende decennia nog heel wat ouderenwoningen nodig. De vergrijzing bereikt in 2040 een hoog niveau met naar schatting 4,8 miljoen 65-plussers in ons land. Dat is geen piek maar een plateau, want tot 2070 blijft het aantal ouderen hoog. En het overgrote deel daarvan zal, met de nodige hulp, zelfstandig blijven wonen.”
Bent u optimistisch over concrete plannen in het land? Iedere gemeente bekijkt uit eindelijk zelf wat ze kunnen en willen doen.
“Ja, voor een deel is dat zo. Maar in de woondeals staan duidelijke afspraken met woningcorporaties, marktpartijen, zorgaanbieders en burger- initiatieven om ervoor te zorgen dat ouderen geschikt kunnen wonen. We lopen al achter op de plannen, dus laten we nu lef tonen en in actie komen. Kijk met elkaar op de kaart, wijs nieuwe gebieden of bestaande plekken aan en leg het vast. Ik noem dat ‘van bod naar plot’. En ons advies aan gemeenten is om met name te kijken naar ruimte in bestaande buurten. Bouwen met en voor de buurt biedt een aantal voordelen, zoals minder kans op bezwaren en een zo groot mogelijke verhuisketen.”
Maar ontwikkelaars zeggen dat er geen vraag is naar seniorenwoningen en ouderen denken: ‘Ik wil wel verhuizen, maar waar kan ik naartoe? Ik blijf daarom maar hier en als het echt niet meer gaat, ga ik naar een ver pleeghuis.’ Hoe komen we hier met elkaar uit?
“Die plek in het verpleeghuis is niet vanzelfsprekend meer. Dat is de realiteit die we onder ogen moeten zien. We hebben over vijftien jaar zo’n 600 duizend mensen met dementie en maar 130 duizend verpleeghuisplekken. En dan zijn er natuurlijk ook mensen die om een andere reden zorg nodig hebben. Dat is dus bij lange na niet voldoende. Onze missie is dan ook om woonvormen te realiseren waar je, ook als je ouder wordt, zelf en samen kunt wonen en zelf en samen kunt zorgen. Hiervoor wil je bij voorkeur een woonmix met de welzijnscomponent. In een vitale zorgzame gemeenschap wonen mensen bij elkaar waarvan ongeveer dertig procent een zorgvraag heeft en zeventig procent niet. Verschillende typen woningen voor diverse leeftijden, gecombineerd met gemeenschappelijke ontmoetingsruimten en vaste thuiszorgteams, bieden een duurzaam alternatief. Hier kunnen ouderen tot het einde van hun leven zelfstandig blijven wonen terwijl ze ondersteuning kunnen krijgen voor die zaken die ze niet zelf en samen kunnen oplossen. De eerste stappen om dit te realiseren zijn inmiddels gezet. Ook zijn er initiatieven waar – door woningen te splitsen – mensen met elkaar, maar toch met de nodige privacy in één huis wonen.”
Afspraken Woontop
Tijdens de Woontop die eind vorig jaar (2024) plaatsvond, maakte woonminister Mona Keijzer (BBB), gemeenten, bouwers en andere betrokken partijen – waaronder Vereniging Eigen Huis – ambitieuze afspraken om de woningnood aan te pakken. Dit staat er in de Woondeals (2025): 100 duizend woningen per jaar, waarvan twee derde betaalbaar (< €405.000) plaatsen van een mantelzorgwoning op eigen grond wordt vergunningsvrij Circa 288.000 woningen worden gebouwd voor ouderen waarvan • 153.000 nultredenwoningen • 94.000 geclusterde woningen • 41.000 zorg-geschikte woningen.
“De Nederlandse bevolking wordt ouder en we leven langer. We hebben in 2024 ruim 3,5 miljoen 65-plussers in Nederland. Dat is 20,5 procent van de bevolking. Een getal dat in 2040 stijgt naar een kleine vijf miljoen. De gevolgen van de (dubbele) vergrijzing merken we dagelijks op allerlei terreinen. Een van de meest zichtbare is de schaarste op de woningmarkt. Diverse organisaties (provincies, gemeenten, corporaties, bouwers, ontwikkelaars, investeerders, makelaars, consumentenorganisaties) melden dat er jaarlijks 100.000 nieuwe woningen nodig zijn. Om grotere woningen in de bestaande woningvoorraad (huur- en koopsector) beschikbaar te krijgen voor gezinnen en starters, zou het volgens deze organisaties helpen als senioren verleid worden tot verhuizen. Tal van onderzoeken tonen aan dat senioren in zowel de (sociale) huur als de koopsector eerder ‘verhuisgeneigd’ zijn áls er een passende woning beschikbaar is. Bij de (lokale) programmering van nieuwbouwwoningen moet dus altijd voldoende aanbod gericht zijn op doorstroming van senioren. De komende jaren groeit de groep senioren aanzienlijk en is het dus essentieel de behoeftes en wensen van deze groep mee te nemen in de opgave voor de woningbouw. We weten uit onze eigen onderzoeken en gesprekken dat zelfstandig kunnen blijven wonen zeer belangrijk is. Maar daarnaast vinden mensen het ook prettig om in hun directe omgeving contacten te kunnen leggen. Er zijn vele varianten te bedenken om dit mogelijk te maken. Maar essentieel is het om goed aan te sluiten bij wat mensen zelf willen en nodig hebben. Denk aan (burger)initiatieven, zoals meergeneratiewoongemeenschappen, kangoeroewoningen, duo-wonen of Knarrenhofjes.”
— ANBO PCOB (2024)